Integraal werken in de bodem, zoals bedoeld in de aankomende omgevingswet, gaat nog niet vanzelf. Dat beeld wordt bevestigd in de gesprekken die we in het kader van Integraal Bodembeheer in het project Sprong voor de provincie Gelderland hebben gefaciliteerd. De vragen die vanuit de gesprekken en regiocases binnenkwamen, kunnen we als volgt typeren:
- Hoe krijgen we legitimiteit om gesprekken buiten onze organisatie te gaan houden?
- Hoe moeten we straks zorgen voor de veiligheid voor de bewoners als niet één partij verantwoordelijk is?
- Hoe krijgen we beweging in een overleg of situatie die vast loopt in het nemen van stelling en positie op basis van wet en regelgeving?
Observaties
Bodemprofessionals zijn gepassioneerde mensen met hart voor hun vak en de wens om het goede te doen. Voor de één betekent dat om precies te zijn in het toepassen van het wettelijk gestelde kader, voor de ander betekent dat werken vanuit een algemene visie op een gezonde leefomgeving. Deze brede groep mensen werkt op heel verschillende plekken, veelal in het publieke domein maar ook bij adviesorganisaties en aannemers. Het valt op dat er op twee fronten een kramp voelbaar is die belemmerend werkt voor de ontwikkeling naar meer integraal werken zoals bedoeld in de Omgevingswet: in de taakopvatting en in de legitimering om samen tot oplossingen te komen.
Strikte rol- en taakopvatting
Er zijn grote verschillen in de opvatting over eigen taak en rol. Er zijn bodemprofessionals die zich naast handhaving en vergunningverlening vrij voelen ook een adviserende rol te nemen. Anderen daarentegen zien altijd slechts één partij verantwoordelijk voor een taak, en geven aan dat het niet aan hun is om ook te adviseren. In die laatste gedachte bestaat het niet dat je in overleg in het netwerk van betrokkenen tot een oplossing komt. Deze begrenzing ervaren wij als beperkend voor integraal werken. Het lijkt in de weg te staan van proactief reageren op vragen en co-creatie in het netwerk van betrokken spelers bij de start van opgaven.
Legitimering
Wat we ook zien is dat mensen zoeken naar legitimiteit en uitgangspunten om het gesprek in te gaan. De omgevingswet vraagt om het loslaten van het oude paradigma “alleen met regels, normen en wetten komen we verder”. Juist dat strikte vasthouden aan de letter van de wet vormt een belangrijke belemmering om tot oplossingen te komen. Wetten zijn soms tegenstrijdig. Normen zijn niet voor alle stoffen beschikbaar. Verschillende delen van een vraagstuk liggen nu eenmaal op bord van meerdere spelers. Een open mind, met de geest van de wet en het algemeen maatschappelijk belang voor ogen, is nodig om het gesprek met andere betrokkenen als drinkwaterbedrijven, omgevingsdiensten, gemeenten, adviesbureaus en provincies aan te gaan. Managers en beslissers verschaffen nog niet automatisch legitimiteit aan constructieve oplossing bedacht door meerderen of zelfs anderen zijn bedacht.
Vlucht naar regels
Als mensen denken dat ze het niet met elkaar eens zijn… dan grijpen ze vaak terug op regels. Ook voor de bodemprofessionals geldt dat ze een neiging laten zien om regels en procedures voorop te stellen. Men wil graag handelen naar de letter van de wet. En als de wet lastig toe te passen is in een specifieke situatie – bijvoorbeeld omdat een vervuiling vanuit de bodem langzaam doorsijpelt naar het oppervlaktewater – is de eerste oplossing die in beeld komt het opstellen van regels voor zo’n situatie. Regels en procedures vormen onderdeel van het zogenaamde ‘koude organiseren’ en deze werkwijze vormde lang de waarborg voor professionaliteit en kwaliteit.
Onze visie
De nieuwe Omgevingswet vraagt echter veel meer om een ‘handelen vanuit de geest van de wet’. Dat betekent dat sommige oplossingen het best tot stand komen in overleg en co-creatie met andere partijen. Dat vraagt meebewegen: een andere aanpak en houding. Nieuwsgierigheid is nodig en open onderzoek naar ieders aannames. Dat vraagt van professionals uit verschillende domeinen dat ze elkaar nieuwsgierige vragen stellen over de inhoud: hoe kijk jij er eigenlijk naar? En het combineren van inzichten. Dus veel meer praten MET in plaats van praten OVER. En dat geldt dus ook voor partijen buiten de overheid, dus bedrijven als aannemers, adviseurs, drinkwaterbedrijven en burgers.
Dit ‘warm organiseren’ is gericht op het ontwikkelen van relaties en het werken vanuit je passie. Met de wet als middel en het maatschappelijk belang als doel. De houding om puzzels in regels en procedures te willen vatten, werkt zeer beperkend voor integrale oplossingen.